FILIP BOMMAREZ
Fleuigie van de Bleeckerye
Geschiedenis van de Nieuwmarkt
De brug over de Marke
Dionysius / Denis Zeebroeck
Dionysius Zeebroeck werd geboren op 12 augustus 1732 te Wemmel bij Brussel. Zijn vader was Franciscus Zeebroeck en zijn moeder Elisabeth Bruylants.
Dionysius Zeebroeck huwde met Jeanne Françoise Caby, dochter van Guislain Caby en Jeanne Françoise Laurent, op 11 februari 1766 te Pont-à-Marcq in Frankrijk.
“Denis Zeebrosch” was toen "chasmaré et obergiste de profession", dus visvoerder en herbergier, en woonde sedert 6 weken in Pont à Marcq en was door de bisschop van Doornik reeds als parochiaan erkend. Zijn vrouw was geboren in Ennevelin maar woonde sedert ongeveer 22 jaar in Pont-à-Marcq.
Op diezelfde 11 februari 1766 huwde ook de veertigjarige "domestique des chasmaré" (sic), dus visvoerdersknecht, Charles Joseph Rachéz met Marie Rose Martin. Niet alleen een groot dubbel feest in de visvoerdersgemeenschap maar iets zegt mij dat er een relatie tussen beiden was. Misschien werkte Charles Rachéz wel voor Denis Zeebroeck? In elk geval duidt dit ook op een zeker belang dat het plaatsje Pont-à-Marcq had in de wereld der visvoerders. Komen we later op terug...
Jeanne Françoise Caby overleed op 12 maart 1778 te "Marcq en Pevelle", toen een andere naam voor Pont-à-Marcq. Hierna hertrouwde Denis Zeebroeck met Angelique Joseph Baratte met wie hij zijn allerlaatste kind had: Angelique Joseph Zeebrocq, geboren te Pont-à-Marcq op 20 juni 1779.
"Denis Joseph Zebrocq" overleed te Pont à Marcq op 13 april 1783. Getuigen waren zijn broer Francois Joseph, zijn broer, en Martin Joseph, zijn zoon.
Conclusie:
Denis Zeebroeck uit Wemmel was in 1766 dus visvoerder. Uit de levensloop van zijn kinderen (vide infra) kunnen we concluderen dat hij vis en zeevruchten van Oostende naar Dowaai bracht. Hiertoe diende hij het riviertje de Marke in Pont-à-Marcq over te steken. In ditzelfde oord waren ook een pak herbergen waarin hij zeker heeft overnacht.
Hij huwde er op 11 februari 1766 en hun eerste kindje, Jeanne Francoise Zeebrocq, werd er geboren op 20 juli 1766, dus ongeveer vijf maand na hun huwelijk. Eén ding staat vast: Denis Zeebroeck was zeker in Pont-à-Marcq rond oktober 1765 alwaar hij "'n stik had gespeeld" met Jeanne die hierdoor "eur schorte vul had". Het was dus van moeten...
Denis vestigde zich dus in Pont-à-Marcq rond Nieuwjaar 1766 en nam er een herberg over. Uit wat hierna nog volgt, mogen we aannemen dat dit “Au Soleil d’Or” was. Komende van Rijsel, voorbij de brug over de Marke, vond men ietsje verder aan de rechterkant de herberg “Au Soleil d’Or”.
Denis werd negen keer vader waarvan één keer van een tweeling. Hij was enkel aanwezig op de doop van zijn eerstgeborene. Daarna was hij telkens afwezig. Dit kan er op duiden dat hij verder vis bleef voeren en tijdens zijn afwezigheid de herberg aan zijn echtgenote overliet.
In 1774 staat Denis Zeebroeck eenmalig vermeld als "laboureur et obergiste". Voor "laboureur" bestaan er verscheidene vertalingen maar dit kan er op wijzen dat hij ook nog land bewerkte. Meerdere beroepen tegelijkertijd uitoefenen was toen geen uitzondering. Men mag niet vergeten dat de visserij aan seizoenen was gebonden en zodoende ook het uitbaten van een herberg waar visvoerders overnachtten. De vele kindermondjes moesten echter worden gevuld...
De kinderen van Denis Zeebroeck
We gaan nu verder met twee zonen van Denis die van groot belang zijn voor de geschiedschrijving van de Nieuwmarkt.
Hun zoon Martinus Franciscus Josephus Vanzeebrouck / Zeebrock / Zeebroek (en nog ontelbare schrijfwijzen...) werd geboren op 28 december 1767 te Pont-à- Marcq. Hij zou drie keer trouwen.
Ze hadden één zoon, Matthias Josephus Zeebrouck, geboren op 24 september 1785 te Oostende. Deze huwde op 28 januari 1818 te Kortrijk met Regina Constantia Vandamme uit Moorsele en overleed op 27 april 1842 op de Graanmarkt te Kortrijk. Hij was verhuurder van wagens daarna (ook) herbergier. Deze zoon situeert zich dan ook in de wereld van het ambulante leven.
Martinus hertrouwde met Anna Theresia (van) Moerkercke op 5 juni 1791 te Roeselare. Hij woonde toen ook reeds in Roeselare. Anna Theresia (van) Moerkercke (1774-1805) was de dochter van mijn voorouders, de visvoerders / visverkopers Gaspar van Moerkercke en Sophia Coleta Wellecam. Martinus en Anna Theresia zijn de voorouders van onze weerman Frank Deboosere.
Zijn derde vrouw was de spinster en visverkoopster Maria Theresia Cal(le)bert (1785-1847) waarmee hij te Roeselare huwde op 13 juni 1806. Zij was de dochter van mijn voorouders, de visvoerder Joannes Baptista Caelbergh en de visverkoopster Isabella Coleta Cogghe.
Martinus Franciscus Josephus Vanzeebrouck overleed op 25 februari 1820 te Roeselare in de Manestraat 38. Hij was heel zijn leven visvoerder geweest. Tijdens de Franse Telling van 1794-95 woonde het koppel Vanzeebrouck-Moerkercke reeds op de "Nouveau Marché". Hij staat er zelfs aangemeld als "chasmaray", visvoerder.
We weten zelfs hoe hij eruit zag want op 14 mei 1799 kreeg hij een paspoort voor Rijsel (!). Vrij vertaald uit het Frans geeft dit: Martin Zeebrouck, visvoerder, geboren in Pont-à-Marcq, 33 jaar, 5 voet en 3 duim, kastanjebruine haren en wenkbrauwen, sterke neus, gewone mond, vol en ovaal gezicht.
Dat Martin Zeebroek zich in Roeselare vestigde en er een dochter van visvoerders / visverkopers van de Nieuwmarkt huwde, was geen toeval. In Sanderus en Blaeu bestempelde ik reeds Roeselare als "goed gelegen als relais punt tussen onze vissershavens en belangrijke afnemers."
Een andere zoon van Dionysius Zeebroeck en Jeanne Françoise Caby, Johannes Baptista Zeebroek / Zeebrocq, had ook een familiale connectie met Roeselare. Hij werd geboren op 9 april 1769 te Pont-à-Marcq en trouwde later met Isabella Pauwels, geboren op 27 februari 1764 te Gistel en overleden op woensdag 6 juni 1827 te Oostende.
Jean-Baptiste overleed op 22 december 1812 in het huis van de weduwe van de herbergier Jacques André Fulier (?) in Bondues, op de baan van Menen naar Rijsel. Hij was toen "chartier", voerman, en gedomicilieerd in Oostende.
Hun zoon Joannes Josephus Zeebroek werd geboren op 30 april 1795 te Oostende en overleed er in de Albertstraat 4 op 20 december 1829. Hij was voerman en huwde op 25 juli 1818 te Oostende met Maria Francisca Clauwaert (1797-1872). Zij was de dochter van de voerman Joannes Josephus Jacobus Clauwaert en Maria Anna Jacoba Mus en kleindochter van de voerman Joannes Baptista Clauwaert / Clauwers en Maria Jacoba de Visch. Joannes Baptista Clauwaert / Clauwers werd geboren en gedoopt op 11 januari 1720 te Roeselare maar overleed in Oostende. Zijn ouders waren Joannes Baptista Clauwaert en Petronilla Caalbergh en met dit koppel bevinden we ons weer in het wereldje van de visvoerders van de Nieuwmarkt te Roeselare.
In dezelfde streek, tussen Rijsel en Pont-à-Marcq, kwam ook Dominicus Houthooft, een rasechte visvoerder / visverkoper van de Nieuwmarkt in Roeselare te overlijden. "Dominique Houthoeft" overleed er op 11 september 1840 in het huis van de "marchand" Alexandre Herbaut, op de wijk Ennetières van het plaatsje Avelin in het "canton de Pont-à-Marcq". In de overlijdensakte werd hij als "marchand" vermeld maar in alle overige stukken over hem geraadpleegd, is zijn beroep ofwel visvoerder ofwel visverkoper.
Hij was de vader van "Neuzegie" en grootvader van "Tooneman" uit Van Rosendael 1882 tot... Deel I. Dominique Houthooft was gehuwd met de visverkoopster Maria Theresia Veralleman (1793-1839). Zij was de dochter van mijn voorouders, de visvoerder Joannes Franciscus Veralleman en de visverkoopster Maria Victoria van Outryve. Zij kwamen reeds uitvoerig aan bod in De Vismarkt.
Oostende, Gistel, Roeselare, Waasten, Menen, Pont-à-Marcq, Bondues, Ennetières bij Avelin, Rijsel... Mijn puzzle begint in elkaar te vallen...
Dus hoog tijd om eens alles in kaart te brengen in De visroute.
Pont-à-Marcq
in opbouw, onafgewerkt
Pont à Marcq is een dorp op de belangrijke weg van Rijsel naar Dowaai. Hier moest men indertijd de brug over het riviertje de Marke (Marque) oversteken. Deze brug was niet enkel van groot strategisch belang in de verscheidene conflicten tussen Vlaanderen en Frankrijk maar ook van groot belang voor o.a. visvoerders, dus ook onze voorouders van de Nieuwmarkt. Indertijd werd er tol geheven om o.a. de brug te kunnen onderhouden en was Pont à Marcq een relaisstation waar paarden werden gewisseld. Het dorp telde dan ook uitzonderlijk veel herbergiers en smeden.
Vroeger werd dit dorp ook "Marque en Peule", "Marcq en Pévèle", en "Pont en Pévèle" genoemd.
In de periode 1780-1810 telde men er 94 huizen. Toen men, komende van Rijsel, de brug had overgestoken, vond men ietsje verder aan de rechterkant de herberg “Au Soleil d’Or”. De herbergier was Zeebrock F. …
Copyright @ All Rights Reserved