FILIP BOMMAREZ
Fleuigie van de Bleeckerye
Van Rosendael 1882 tot... Deel I
Rozendaal
We beginnen ons verhaal met een verdacht overlijden te “Rosendael” bij Duinkerken in Frankrijk. Nu heet dit Rosendaël en in het Nederlands Rozendaal en is intussen een wijk van Duinkerken (Dunkerque) geworden.
Op 10 juli 1882 verschijnen daar op het stadhuis “Antoine Ingels”, 37 jaar oud en “marchand de légumes” en “Antoine Uthooft”, 30 jaar oud en ook “marchand de légumes”, “domiciliés tous deux à Rousselaere”. Zij kwamen melden dat op 8 juli Ferdinand Degrendele “est decédé, ainsi que nous nous en sommes assuré, près de la Gare de Rosendael”. Ferdinand was ook “marchand de légumes”, 35 jaar oud “depuis le quatre Mars dernier” en geboren en wonende te Roeselare. Hij was gehuwd met Romanie Vancoillie en zoon van Ferdinand Degrendele en Barbe Colette [Degeest] (de achternaam was hier vergeten), beiden overleden te Roeselare.
In deze omgeving kwam Ferdinand Degrendele te overlijden
"Tooneman" en "De Sperre"
Leurder Antonius Ingels / Engels, “Tooneman” was geboren te Roeselare in de “N°. 55 Dixmudsche Straet” op 6 maart 1847 als zoon van de leurder Antonius en Anna Theresia Gobin.
Antonius trouwde op 7 december 1869 met
Ludovica Vancoillie, “De Sperre”, visverkoopster en later leurster, geboren te Roeselare in de “N°. 41 Dixmudsche Straet” op 11 januari 1850, dochter van de visvoerders / visverkopers en later leurders Antonius en Barabara Coleta Houthoofd.
"De Sperre" moet van een zekere bekendheid of vermaardheid hebben genoten want zij komt voor in het gedicht van de brief van Raymond Calmeyn aan het stadsbestuur van Roeselare van rond de jaarwisseling 1860-61.
Het graf van "Tooneman" en "De Sperre" op de Oude Stedelijke Begraafplaats... aan het verkommeren...
Het koppel trouwt voor de kerk op 7 december 1869 met “… dispensatione… obtenta a SS DD Pio PP IX die 8a. novembris 1869 dispensatione super impedimento consanguinitatis in secundo & tertio gradu mixto linea collateralis…”. Zij huwden dus met de toestemming van de paus, hen verleend op 8 november 1869, voor bloedverwantschap in de tweede en derde graad gemengd.
Het is alom gekend dat de Nieuwmarktenaar vroeger een diep clangevoel kende en zelden buiten de eigen gemeenschap huwde.
Alexander Rodenbach (1786-1869)
Op 20 juli 1829 schreef Alexander Rodenbach reeds dit over onze Nieuwmarktenaars in “Le Catholique des Pays-Bas”:
“Ces braves gens ne se marient pas hors de leur caste; pour rien au monde ils n’abandonneraient le quartier héréditaire. Quiconque enfreint ces lois sacrées de la coutume est regardé comme un paria; rien ne peut le relever de son opprobre.”
Het spreekt voor zichzelf dat als men steeds binnen de eigen kaste huwt er op den duur veel huwelijken worden voltrokken waarbij beide partners bloedverwant zijn. Voor dergelijk huwelijk had men dan wel de dispensatie van de geestelijke overheden nodig.
Soms volstond de toestemming van de pastoor of van de deken, bij nauwere verwantschap had men die van de bisschop nodig, in het ergste geval de toestemming van de paus. In zoverre dat op den duur hier een speciale uitdrukking voor ontstond in het Bargoens, de geheimtaal van de Nieuwmarkt: “Ze zyn gepausd”. Wat eenvoudig weg wilde zeggen: zij zijn aan elkaar verwant en zijn met geestelijke toestemming getrouwd. Of die toestemming nu van de pastoor kwam of van een pauselijke commissie, dit speelde allemaal geen rol, men sprak steeds van “pausen”.
Volgens mijn reeds roestig Latijn zou dit de toestemming voor hun huwelijk moeten zijn die ons bisdom vanuit Rome had ontvangen...
... en werd het op deze manier geregistreerd op het bisdom Brugge...
In dit geval van eng bloedverwantschap was de overgrootvader van “Tooneman”, (Joannes) Vincentius van Callie, tevens de grootvader van zijn echtgenote “De Sperre”.
Deze visvoerder / visverkoper (Joannes) Vincentius van Callie / van Coillie werd geboren op 24 mei 1767 te Roeselare. Hij bezweek op 8 juni 1832 te Roeselare in de “Nieuwmarkt 55” aan de cholera. Er woedde toen een ware choleraepidemie te Roeselare die vooral op de Nieuwmarkt een pak slachtoffers maakte. Ironisch genoeg werd de ziekte door een Nieuwmarktenaar zelf in onze stad binnengebracht en dan nog door iemand die nauw verwant was aan de drie protagonisten van het gebeuren te Rozendaal...
De cholera epidemie van 1832
Op 3 juni 1832 overleed op de Nieuwmarkt de 34-jarige “vischvoerder” Joannes Albertus Engels, zoon van Joannes en Catharina Degrendele en echtgenoot van Joanna Theresia Bouckenooghe.
Op 4 juni 1832 vertrok i.v.m. zijn overlijden volgende brief naar de gouverneur van West-Vlaanderen1:
Mr Le Gouverneur
Cholera
4 Juin 1832
Nous avons L’honneur de vous faire connaitre Mr Le Gouverneur, que hier à 6 heures de l’après midi, Le médécin VanDermeersch, nous ayant envoyé un rapport disant que le nommé Jean Ingels chassemarée en cette ville, était mort du cholera morbus, nous avons fait assemblée desuite la commission Sanitaire et les autres médécins qui avaient aussi visité le malade et le cadavre, n’étant pas d’accord sur le vrai caractère de la maladie dont la personne susdite avait été atteinte, le Commission a décidé, sur la proposition des médécins de faire l’autopsie du cadavre le lendemain, et il résulte au procès verbal de l’opération, dont copie cijointe, que l’individu prénommé, n’est pas mort au Cholera, mais bien d’une maladie d’inflamation chronique des intestins.
De Roeselaarse geneesheren zaten er dus flink naast want de volgende dagen en weken velt de cholera ontelbare Nieuwmarktenaars. Mijns inziens werd Joannes Albertus Engels besmet te Menen waar de epidemie al wat langer aan de gang was. Menen was tevens een belangrijk relaispunt voor onze visvoerders op de baan naar de vismarkten van Rijsel (Lille) en Dowaai (Douai) in Frankrijk. Enkele decennia na de gebeurtenissen hier beschreven, zien we enkele van mijn stamgenoten er zich vestigen en een soort nieuwe, kleine Nieuwmarkt stichten.
We mogen zeker ook niet vergeten dat in andere steden de cholera zich altijd het eerst openbaarde in de ongezondste wijken en dit was onze Nieuwmarkt zeker. Daarvoor hoeven we maar de verslagen van de gezondheidscommissie van enkele decennia later te raadplegen.
Bloedverwantschap "Tooneman" en "De Sperre"
Joannes Vincentius van Callie, de gemeenschappelijke voorvader van “Tooneman” en “De Sperre”, trouwde te Roeselare voor de kerk op 8 januari 1789 met
Maria (Joanna) T(h)eresia Veralleman, visverkoopster, geboren op 20 december 1770 te Roeselare en er overleden op 7 februari 1802.
Tijdens de Franse Telling (1794-1799) woonde het koppel reeds op de “Nouveau Marché”.
Joannes hertrouwde te Roeselare voor de kerk op 1 augustus 1807 met
Barbara (Teresia) (van) Moerkercke, visverkoopster en spinster, geboren op 7 maart 1777 te Roeselare, en er overleden op 25 augustus 1830. Barbara was eerder gehuwd met Eugenius Carolus Degeest.
Uit zijn eerste huwelijk werd op 28 maart 1797 te Roeselare (Maria) Theresia van Coillie / Vancoillie geboren. Ze werd spinster en later leurster en overleed op 18 mei 1858 in de “Dixmude Straet” te Roeselare. Een van de aangevers van haar overlijden was een gebuur, de grafdelver Raymond Calmeyn, 72 jaar oud, die hierboven reeds aan bod kwam.
Zij trouwt op 24 januari 1821 te Roeselare met
(Jacobus) Franciscus Gobijn / Gobin, wever, later leurder, geboren op 28 augustus 1796 te Roeselare en er overleden op 28 maart 1853 in de “N° 58 Dixmudestraet”.
Uit zijn tweede huwelijk werd op 2 februari 1816 te Roeselare Antonius Vancoillie geboren, visvoerder / visverkoper en later leurder. Hij overleed te Roeselare op 23 mei 1866.
Antonius trouwde op 21 juni 1843 te Roeselare met
Barbara (Coleta) Houthoofd, visverkoopster en later leurster, geboren op 15 september 1822 te Roeselare en er overleden op de Nieuwmarkt op 23 februari 1901.
Zij waren de ouders van “De Sperre”.
(Jacobus) Franciscus Gobijn / Gobin en (Maria) Theresia van Coillie / Vancoillie waren de ouders van (Anna) Theresia Gob(b)in, geboren op 21 maart 1821 te Roeselare en er overleden in de Wallenstraat op 10 januari 1901.
Zij trouwt op 15 januari 1842 te Roeselare met
Antonius Ingels / Engels, “Tooneman” (net zoals zijn zoon), leurder, geboren op 8 februari 1819 te Roeselare en er overleden op 13 december 1890.
Zij waren de ouders van “Tooneman” junior.
"Dikken Oome" en "Blê" / "Blêjgie"2
De tweede aangever van het overlijden te "Rosendael", de leurder Antonius Houthoofd, “Dikken Oome” was geboren te Roeselare in de “Dixmudsche Straet” op 23 februari 1852 als natuurlijke zoon van Petrus Jacobus Vancoillie en de visverkoopster Theresia Houthoofd, “Neuzegie”, en overleden te Roeselare in de Albrecht Rodenbachstraat 46 op 3 april 1931.
Antonius trouwde op maandag 30 september 1872 te Roeselare met
Barbara Theresia Deckmyn, “Blê” / “Blêjgie”, “fabriekwerkster” en leurster, geboren te Roeselare in “N°. 37 Dixmude Straet” op 30 januari 1853 en er overleden op 29 januari 1933, ook in de Albrecht Rodenbachstraat 46. Zij was de dochter van mijn oud-ouders de visvoerder / visverkoper Franciscus Deckmyn, “Sisgie van Finellens”, en de visverkoopster Maria Jacoba Callebert, “Siroopoogsgie” of “Kobaegie”.
Petrus Jacobus Vancoillie, de biologische vader van “Dikken Oome”, was de broer van Antonius Vancoilie, de vader van “De Sperre”. Theresia Houthoofd, “Neuzegie”, de moeder van “Dikken Oome”, was de zuster van Barabara Coleta Houthoofd, de moeder van “De Sperre”. Zodoende waren “Dikken Oome” en “De Sperre” tweemaal volle neef en nicht van elkaar. Hun vaders waren dus broers en hun moeders zusters. Verder zullen we zien dat ze ook in hetzelfde huis opgroeiden. Dus kunnen we ze eigenlijk als broer en zuster beschouwen en kunnen we eigenlijk stellen dat "Dikken Oome" die bewuste juli 1882 samen met zijn "schoonbroer" "Tooneman" onderweg was in Rozendaal als “marchand de légumes”. Maar er is nog meer, veel meer…
Het graf van "Dikken Oome" en "Blêjgie" op de Oude Stedelijke Begraafplaats
Barbara Theresia Deckmyn (1853-1933)
"Blê" / "Blêjgie"
Houthoofd moet Vancoillie zijn...
De aparte huwelijkspolitiek op onze Nieuwmarkt heeft mij al dikwijls tot wanhoop gedreven daar de hierdoor ontstane genealogische perikelen niet van de minste zijn…
Op het einde van de 19de eeuw dacht E.H. Deken Alfons Loÿs er net zo over. Hij en zijn voorganger E.H. Deken Syoen, of hun vervangers, stelden tussen 1872 en 1911 in totaal 34 schemae consanguinitatis op voor huwelijken met bloedverwantschap op de Nieuwmarkt.
E.H. Deken Alfons Loÿs vond het op een bepaald moment welletjes en maakte dan maar een soort stamboom van de Nieuwmarkt op. Zo moest hij zich niet meer iedere keer te pletter zoeken bij een huwelijk tussen onze leurders.
Hij voegde er ook een lijst met bijnamen aan toe en hier en daar komt men zelfs een biechtgeheimpje of beter gezegd bedgeheimpje tegen.
Dit is voor mij een document van grote historische waarde en ik heb het dan ook volledig uitgewerkt.
In het schema consanguinitatis bij het huwelijk Houthoofd-Callebert uit 1893 zien we dat Antonius Houthoofd de familienaam kreeg van zijn moeder Theresia Houthoofd en niet van zijn vader Jacobus Vancoillie:
!!!----
Bij het huwelijk Ingels-Samyn uit 1899 zien we hetzelfde gebeuren met Theresia Houthoofd; toen werd bij Jacobus Vancoillie zelf vermeld dat hij de “concubinarius” was van Theresia Houthoofd, dus hij die in concubine leefde met haar:
----!!!
In de bewuste stamboom van E.H. Deken Alfons Loÿs zien we het volgende:
!!!----
Er staat letterlijk in het Latijn geschreven dat Theresia Houthoofd nakomelingschap had met Jacobus Vancoillie.
In de volkstelling van 1847 wordt alles nog duidelijker:
De “omzwerver” Antonius Vancoilie woont er samen met zijn wettige echtgenote Barabara Coleta Houthoofd en hun kinderen in de “Dixmudestraet” 40 (werd later 42). Zijn broer, de “omzwerver” Petrus Jacobus Vancoillie woont in hetzelfde huis alsook de zuster van zijn vrouw, Theresia Houthoofd met haar vier natuurlijke kinderen. Als men de kat – in dit geval de kater – bij de melk zet…
Hieronder nog een stukje uit de stamboom van E.H. Deken Alfons Loÿs. Het illustreert uitstekend voorgaande genealogie en levert nog maar eens het bewijs wie de echte voorvader van onze Houthoofds is. We zien terug dat Jacobus “concubinarius” was van Theresia.
----!!!
Met Petrus Jacobus Vancoillie was er echter nog meer aan de hand… Hij overleed op 14 juni 1860 te Beveren bij Oudenaarde en uit het “Extrakt uit eenen akt van overlijden” blijkt dat hij meer buiten de lijntjes kleurde dan wij reeds wisten. We lezen:
Extrakt uit eenen akt van overlijden ingeschreven in de register van den burgerstand der gemeente Bevere.(O.Vl.) In den jaere achtienhonderd zestig den vijftienden junij om tien ure voormiddag, voor ons Johannes Goeminne, burgmeester ambtenaer van den burgerlijken stand der gemeente Bevere, regterlijk arrondissement Bevere, provintie Oost-Vlaenderen zijn verschene: Ivo Note, oud vierenveertig jaeren, herbergier en Judocus Devuyst, oud drij en veertig jaren, veldwagter, beide alhier woonagtig en goede kennissn van den overledene, dewelke ons verklaerd hebben dat op gister veertienden junij, om zeven ure des morgens, Petrus Jacobus Vancoillie, oud eenen veertig jaren geboren en wonende te Rousselaere, werkman, zoon van wilent Vincentius Vancoillie en van wilen Barbara van Moerkerke, en echtgenoot van Maria Coleta Fillebout is overleden in het huis no158 in den dorpwijk in deze gemeente. En hebben de komparanten met ons dezen akt na gedane voorlezing geteekend (geteekend Ivo Note en J.De Vuyst en J. Goeminne. Gelijkwaardig extract afgeleverd op ongezegeld papier in uitvoering van artikel 80 van het burgerwetboek. De burgemeester (geteekend) J. Goeminne. Voor gelijkvormige overschrijving.
Petrus werd 41 jaar, 6 maanden en 1 dag.
Onze Pee was dus nog altijd gehuwd met ene zekere Maria Coleta Follebout tijdens zijn buitenechtelijke relatie met Treze waarmee hij kinderen had verwekt!!!
De visverkoopster Maria Coleta Follebout werd op 20 februari 1814 te Roeselare geboren als dochter van de visvoerder Josephus Follebout en Amelia Callebert. Zij trouwde een eerste maal te Roeselare op 8 oktober 1834 met de visvoerder Joannes Deckmyn, op 17 april 1812 te Roeselare geboren als zoon van de visvoerder Antonius Deckmyn en Isabella Vanoutryve (mijn oudgrootouders). Joannes Deckmyn overleed te Roeselare in “N°. 19 Nieuwmarkt” op 11 november 1844. Een jaar later, op 27 november 1845, hertrouwde ze reeds met Petrus Jacobus Vancoillie, de ons reeds bekende schuine schaats rijder. De huwelijkse vreugde was van korte duur want in april-mei 1846 verwekte hij reeds een kind bij “Neuzigie”, namelijk Barbara Houthoofd, geboren op 22 januari 1847…
Wat er met Maria Coleta Follebout is gebeurd, weet ik niet. Waarschijnlijk vervoegde ze haar ouders Josephus Follebout en Amelia Callebert die zich als visverkopers te Ieper hadden gevestigd. Dit laatste gegeven, samen met andere, bevestigt mijn vermoeden dat er in Sint-Jacobs te Ieper ook een visvoerdersgemeenschap was die nauwe familiale banden had met onze Nieuwmarkt of misschien zelfs door onze Nieuwmarktenaars werd gesticht net zoals te Menen.
Dit wordt nog eens bevestigd door wat in “Het Bargoensch van Roeselare” van Hendrik De Seyn-Verhougstraete, Roeselare, 1890, te lezen staat:
Het Bargoensch is in heel België zeer verspreid. Wij gelooven niet, dat er een enkele stad is, waar het niet gesproken wordt 1), en in Roeselare verbreidt het zich hoe langer hoe meer.
1) Wij noemen, bij onze wete, op: Gent, Brugge, Veurne, Ieperen, Meenen, Aalst, Ninove, Zele; te Brussel, aan de Noordstatie, kan men alle dagen Bargoensch hooren spreken, door de aldaar rondzwervende bevolking.
Nieuwmarktenaars in Ieper
Ook Ieper had een belangrijke vismarkt. Een ruim plein werd aangelegd in 1714, toen de Ieperlee werd overwelfd. De toegang werd de Vispoort met een bas-reliëf van de beeldhouwer Louis Ramout,
waarop de zeegod Neptunus staat afgebeeld.
De oude Vismarkt en Vispoort te Ieper
De aanwezigheid van visvoerders uit Roeselare te Ieper kan ik illustreren aan de hand van de bidprentjes hieronder. De respectievelijke genealogieën volgen later...
1. SAR 87bis, nr. 1087.
2. "ê" zoals in kerk.
Copyright @ All Rights Reserved