Van Rosendael 1882 tot... Deel IV

Van Rosendael 1882 tot... Deel IV

Corculator ex Meetjesland, een leurder uit het Meetjesland...

Ferdinand Degrendele, halfbroer en pleegvader van “Knutle”, leurder, is geboren op 9 oktober 1873 te Roeselare en aldaar overleden op 14 januari 1942.

Ferdinand trouwt op 30 augustus 1893 te Roeselare met

Celina Ingels, “Triene”, leurster, dochter van Antonius Ingels en Julia Deckmyn, geboren op 23 juli 1874 te Roeselare, en er overleden op 12 februari 1955.

Haar ouders komen hier verder uitvoerig aan bod daar zij het prototype van een koppel van de Nieuwmarkt zijn…


De ouders van Ferdinand waren dus Ferdinandus Degrendele en Romania Vancoillie, “'t Schoon Romanietjie”, waarover ik reeds alles uit de doeken deed.


Zijn grootvader was de visvoerder en visverkoper Ferdinandus (Eugenius) Degrendele, geboren op 20 november 1807 te Roeselare en er waarschijnlijk overleden in 1878.

Grootvader Ferdinandus trouwt op 4 oktober 1837 te Roeselare met

zijn grootmoeder Barbara Coleta Degeest, ook genaamd Carolina of Charlotte Degeest, visverkoopster, geboren rond 1818 en overleden op 8 oktober 1857 te Roeselare.

Zijn grootvader hertrouwde op 4 mei 1858 te Roeselare met

Justina Depauw, ook genaamd Christina Depauw, visverkoopster, geboren op 23 november 1817 te Torhout.


En dan begint terug het zwoele spel der liefde en is het weer eens een moeder die haar familienaam aan haar kind doorgeeft…

De overgrootmoeder van Ferdinand Degrendele is de spinster en visvoerster Maria Victoria Degrendele / Deglendere, geboren op 7 april 1787 te Roeselare en er overleden op 6 maart 1841.

Zij trouwt op 11 januari 1810 te Roeselare met

Eugenius Franciscus Deckmijn, visvoerder, vishandelaar en leurder, zoon van Eugenius Deckmijn en Maria Josepha Monstrul, geboren op 26 maart 1788 te Roeselare en er overleden op 8 oktober 1854.

Eugenius hertrouwde later met Juliana Deckmyn…

Wie had er nu echter bij Maria Victoria Degrendele haar zoon Ferdinandus Degrendele, geboren op 20 november 1807, verwekt? Nog maar eens is het de bewuste stamboom van E.H. Deken Alfons Loÿs die uitsluitsel breng met een biecht- en bedgeheim:

We lezen: “ante matremonium cum circulatore ex Meetjesland profuit”. Ze had dus nageslacht met een leurder uit Meetjesland en dit nageslacht was Ferdinandus. Nu is deze streek gekend voor zijn bezembinders en leurders, vooral dan in Kleit, Sint-Maria-Aalter, enz…

Zij spraken ook een soort bargoens zoals op onze Nieuwmarkt en bijna iedereen had er ook een bijnaam. Bij mijn weten werden er in die periode geen andere Ferdinands op de Nieuwmarkt geboren en kwam die naam er nog niet voor. De biologische vader is dus hoogstwaarschijnlijk een leurder uit Meetjesland met de voornaam Ferdinand… Is de liefdesdaad nu gebeurd toen Maria Victoria Degrendele in deze streek met haar ouders leurhandel dreef of was die fameuze leurder uit Meetjesland hier op logement? Niemand zal dit ooit weten…

Wild volk van Vlaanderen

Wie dacht dat de Nieuwmarktenaars de enige wat ruige en wilde bevolking waren in onze kontreien, vergist zich. Ontelbaar waren de gehuchten in het Graafschap Vlaanderen die met een slag mensen waren bevolkt die "God noch gebod" vreesden...

In Rond den Heerd, Tienste Jaar, N° 33 van 1875 komen we hierover meer te weten op de pagina's 268 en 269:


Iedere Vlaming dient te weten det het schoone en vruchtbare Vlaanderen tot over twintig jaar, nog met wilde gewesten en wild volk bevlekt lag. De houtkanters van Nazarette, Cruishauthem, Astene en Peteghem; de bezembinders van Maldeghem, Cleyte en Knesselaere; de busscheniers van Staden, Clercken en Houthulst; en de veldknapen van Aeltre, Ruisselede en Wyngene, waren mannen waar men nooit en zocht veel gemeens meê te maken, bijzonderlijk in den avond.

In de bosschen gewonnen en geboren, in hunne arme leemen huttekes opgebracht, zonder kerke of kluize, verre van scholen en van opvoeding, groeiden de kinderen op gelijk wildemans jongens. Van kindsgebeente leerde men hun blaren vagen en hout rapen.

Hout rapen en hout stelen meenden een en het zelfde. - Vogels zoeken en nesten rooven, was alzoo veel te zeggen als patrijsen eiers lichten en hazen en konijnen stroppen. Menig kind wierd daar geboren en begraven zonder doopsel of kruise. Weinig waren er die God kenden, en nog min die hem dienden. 't Zijn de ziekte (typhus of rottekoortsen) ende hongersnood der kwade jaren van 1845 tot 1846, die God gebruikt heeft om die mensschen onder regel en gebied te brengen. De honger joeg ze naar bevolkte gebuurten om te bedelen of te stelen; en de ziekte dreef ze om hulpe en troost naar den priester en kerkhof.


Er waren echter nog veel meer gelijkaardige volksgemeenschappen en ik blijf er nog altijd ontdekken...

Niet alleen zijn er veel gelijkenissen met de Nieuwmarkt van toen, mijn voorouders hadden ook contacten met deze "wilde gewesten": ze overnachtten er, haalden er soms hun wederhelft of doken er onder na een delict of om aan de legerdienst te ontkomen.

Verdacht overlijden?

Velen onder jullie vragen zich nu al heel de tijd af waarom ik het in Van Rosendael 1882 tot... Deel I had over een verdacht overlijden te “Rosendael”. Wel, ten eerste vind ik het al zeer verdacht dat "Tooneman" en "Dikken Oome" het overlijden pas twee dagen later op het stadhuis aangeven. Ten tweede zijn de getuigenissen die ik heb verzameld over vechtpartijen ontelbaa: te Roeselare, in den vreemde, onder elkaar, tegen anderen, al dan niet aan overmatig alcoholverbruik gerelateerd… Het kon niet anders dan dat er daar ook wel eens een dode bij te betreuren viel. Zo werd de 17-jarige leurder Petrus Josephus Declercq, “Sifkie”, in dergelijke omstandigheden, in de nacht van zaterdag 24 op zondag 25 maart 1900 te Turnhout vermoord. Hij was er op logement met zijn vader Charles-Louis. Zijn moeder was Romania Eugenia Deckmyn, “Moet”, dochter van mijn oud-ouders, de visvoerder / visverkoper Franciscus Deckmyn, “Sisgie van Finellens”, en de visverkoopster Maria Jacoba Callebert, “Siroopoogsgie” of “Kobaegie”. “Moet” was dus de zuster van mijn betovergrootvader “Slekke”, de held uit Avelgem, en “Blêjgie”, de vrouw van “Dikken Oome”, die op 8 juli 1882 bij het verdacht overlijden te Rozendaal aanwezig was…

Marchand de légumes?

We begonnen dus in Van Rosendael 1882 tot... Deel I met het verschijnen van “Tooneman” en “Dikken Oome” beiden “marchand de légumes”, op het stadhuis van Rozendaal op 10 juli 1882. Ze kwamen er melden dat Ferdinand Degrendele, ook “marchand de légumes”, twee dagen voordien was overleden “près de la Gare de Rosendael”.

Of ze daar nu wel degelijk waren in de hoedanigheid van groentehandelaars durf ik te betwijfelen daar ik tijdens mijn decennialange opzoekingen heb gemerkt dat mijn voorouders en onze Nieuwmarktenaars in het algemeen regelmatig logen over hun exacte beroepsactiviteiten.

Toch zijn er ook sporen van groentehandel op de Nieuwmarkt. Zo vinden we rond 1880 de leurder Petrus Jacobus Lefevere (1833-1915) en zijn vrouw Eugenia Barbara Callebert (1834-1913), “Lietjie van Joantjies” of “de Grote”, terug als uitbaters van café “De Bloemkool” in de Wallenstraat 33. Ze verkochten er ook nog vis…

De naam van hun café hadden ze niet gestolen want in De Nieuwe Bode van 9 november 1946 lezen we:


In het seizoen der bloemkoolen reden zij – wij spreken van vóór 50 jaar – met hun lange traamkarre om een lading koolen en leurden er dan mede in stad en ommeland, hun waar op een onnabootsbaren zangeigentoon: Blom-koôlen! Blom-koôlen! Te koop biedend. Wie het niet gehoord heeft, kan er zich geen gedachte van maken.


In de eindwerken van de dames Hoornaert en Lefevere van respectievelijk 1932 en 1940 lezen we het volgende over onze Nieuwmarktenaars :


Ook verkochten zij bloemkoolen uit de Duinstreek.


“Lietjie van Joantjies” of “de Grote” was de zuster van mijn oud-moeder, de visverkoopster Maria Jacoba Callebert, “Siroopoogsgie” of “Kobaegie”, en zodoende de tante van “Slekke”, “Moet” en “Blêjgie”…

Vader “Joantjie”, wat in de spreektaal van mijn voorouders wel “Waentjie” zal zijn geweest, kwam in 1839 op verschrikkelijke wijze om het leven te Wijnendale…

En nu weet ik niet goed meer met wie verder te gaan: met "Waentjie" of de ouders van "Triene" en "Kotte"...

Copyright @ All Rights Reserved